Zoek in de catalogus Criminologie en veiligheid
|
|
Auteur: | S. Ruiter, J. Tolsma, M. de Hoon, H. Elffers en P. van der Laan |
978‐90‐5931‐761‐1 | 1e druk | € 66,00 |
Vindt u het Nederlandse strafrechtklimaat te mild? Hoe zou u dan een 19-jarige jongeman willen straffen die wegens verboden wapenbezit voor de rechter moet verschijnen? Of een man die zijn vrouw een gebroken neus heeft geslagen? En wat als het de vrouw was die haar man heeft geslagen?
Met de regelmaat van een klok wordt in de media en in het politieke debat naar voren gebracht dat het Nederlandse publiek strengere straffen wil. Toch is helemaal niet bekend hoe het publiek dan eigenlijk zelf zou willen straffen. Welke soort straf – gevangenisstraf, werkstraf, geldboete – acht men passend voor welke misdrijven? En hoe zwaar moeten die straffen dan eigenlijk zijn? Straffen vrouwen anders dan mannen? Straffen aanhangers van de ene politieke partij anders dan die van de andere? En wil men eigenlijk andere straffen voor meerderjarige daders dan voor minderjarige daders? En hoe zit dat voor recidivisten versus diegenen die voor het eerst voor de rechter moeten verschijnen?
In deze uitgave worden deze vragen beantwoord. Ruim duizend Nederlanders hebben aangegeven welke straf, of combinatie van straffen, ze passend achten voor een groot aantal uiteenlopende misdrijven, en hoe zwaar die straffen dan zouden moeten zijn. Het gaat daarbij om veelvoorkomende delicten die in de dagelijkse praktijk aan de rechter worden voorgelegd, van winkeldiefstal tot oplichting, van aanranding tot huiselijk geweld, van drugsdelict tot verkeersdelict. Ook echte uitspraken van rechters in min of meer vergelijkbare gevallen werden bekeken. De uitkomsten laten zien dat een algemeen gedeelde opinie over strafzwaarte ontbreekt. De algemene roep om strengere straffen vindt geen duidelijke weerklank in de straffen die de Nederlandse bevolking in concrete gevallen zelf zou willen opleggen. Ook qua geprefereerde strafsoort lopen de meningen behoorlijk uiteen. Opvallend is wel dat, anders dan nogal eens wordt gedacht, de werkstraf door veel Nederlanders voor veel soorten misdrijven een geschikte straf wordt gevonden, zelfs ook bij de wat zwaardere delicten.
De studie werpt een nieuw licht op het debat over hoe de Nederlandse bevolking denkt over straffen en welke consequenties men daaraan zou willen verbinden. Veel als onomstotelijk geldende meningen over hoe het publiek denkt over straffen worden op losse schroeven gezet.
Deze uitgave is bij uitstek van belang voor politici en journalisten, voor strafrechtjuristen, rechters, openbaar ministerie en strafrechtadvocaten, en voor iedereen die geïnteresseerd is in de maatschappelijke positie van de strafrechtpleging.
Boekbespreking in TREMA, Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht.