Schrijven in de rechtspraktijk: effectief argumenteren en formuleren voor juristen is een onmisbaar handboek voor het schrijven van brieven, e-mails, adviezen, processtukken, uitspraken en beschikkingen. Het geeft antwoord op vragen als: Hoe voorkom je dat je tekst te uitgebreid wordt? Hoe reageer je overtuigend op een rommelig betoog? Begin je een betoog bij de feiten en werk je naar de conclusie toe, of begin je juist met de conclusie om die vervolgens te onderbouwen? Hoe zorg je ervoor dat de lezer de draad niet kwijtraakt? Hoe formuleer je in duidelijke taal – zodat ook niet-juristen de tekst zullen begrijpen – zonder dat dit ten koste gaat van de juridische inhoud?

In dit boek vind je geen strenge verboden en geboden als ‘Hou je tekst kort, liefst één A4’, ‘Begin met de conclusie’, ‘Gebruik geen passieve zinnen’, ‘Vermijd jargon’ en ‘Schrijf zinnen van maximaal 10-15 woorden’. Het geeft zicht op verschillende aanpakken en het effect daarvan op de begrijpelijkheid en overtuigingskracht van de tekst, zodat je bewust de juiste strategie kunt kiezen. Ook wordt stilgestaan bij de taken van de schrijver in de verschillende fasen van het schrijfproces, zodat je het schrijven zo efficiënt mogelijk kunt aanpakken en zo min mogelijk tijd kwijt bent met het opstellen van een tekst.

Bij dit boek horen uitlegvideo’s, checklists, oefeningen en opdrachten die het mogelijk maken om het geleerde direct in praktijk te brengen. Deze zijn te vinden onder het tabblad 'Extra materiaal' op boom.nl.

Doelgroep

De Praktijkvaardigheden zijn bestemd voor studenten die een opleiding volgen in het hoger juridisch onderwijs.

Aanvraag docentexemplaar