Bestel deze publicatie
annuleerbestel

De videoreconstructie in het strafproces

Van verbeelding naar juridische werkelijkheid

De videoreconstructie in het strafproces
  • Jaar van uitgave 2021
Auteur:J.W. van Manen
Icon_printbook 978‐94‐6236‐243‐7 | 1e druk | € 70,00
Icon_ebook 978‐90‐5189‐178‐2 | digitaal boek | € 70,00

Vanaf de aanvang van een strafrechtelijk onderzoek worden uiteenlopende reconstructiemethoden toegepast om duidelijkheid te krijgen over ‘de ware toedracht’ van de onderzochte gebeurtenis. Een van die methoden is de videoreconstructie, waarbij door en op aanwijzing van verdachten en getuigen de gebeurtenis op de oorspronkelijke plaats en onder zoveel mogelijk gelijke omstandigheden wordt nagespeeld. Het verloop van deze reconstructie wordt audiovisueel geregistreerd en het resultaat wordt daarna door de rechter, de aanklager en/of de verdediging gebruikt.

In De videoreconstructie in het strafproces staat de vraag centraal welke bijdrage de videoreconstructie aan de waarheidsvinding in het strafproces levert en op welke wijze die bijdrage kan worden geoptimaliseerd. De focus ligt daarbij op de rechtmatigheid en de betrouwbaarheid van de videoreconstructie.

Het boek heeft niet alleen academische relevantie, maar biedt ook praktische handvatten voor alle bij het strafproces betrokken  partijen om het gebruik van de videoreconstructie te verbeteren.

Auteursinformatie

Jan Willem van Manen werkt sinds 1975 bij de politie. Vanaf 1987 maakt hij deel uit van het Landelijk Video Reconstructie Team, de eerste zes jaren als cameraman en daarna als teamleider en begeleider­verhoorder van de verdachten en getuigen. In die periode is hij bij de voorbereiding en uitvoering van circa 300 videoreconstructies betrokken geweest en heeft daarbij honderden verdachten en getuigen begeleid en verhoord. De ervaringen die hij daarbij heeft opgedaan riepen ook een aantal fundamentele vragen op in relatie tot de plaats en toegevoegde waarde van de videoreconstructie in ons strafproces. Deze vragen lagen aan de basis van een promotieonderzoek dat is uitgevoerd aan de Universiteit Maastricht en dat met een openbare verdediging op 4 november 2021 succesvol werd afgerond.